- Kies een fiets die bij je past en die goed onderhouden is. Zorg dat je banden opgepompt zijn, je remmen werken en je ketting gesmeerd is.
- Draag comfortabele en veilige kleding. Een helm, handschoenen en een reflecterend hesje zijn aan te raden.
- Neem ook een bidon water en een snack mee voor onderweg.
- Bekijk de route van tevoren.
- Fiets niet te snel of te langzaam, maar op een snelheid die je kunt volhouden en die je prettig vindt. Pas je tempo aan als je moe wordt of als het terrein verandert. Luister naar je lichaam en je ademhaling
- Let goed op gaten en andere oneffenheden in de weg
- Respecteer de verkeersregels en de andere weggebruikers. Houd rechts aan, geef richting aan, stop voor rode lichten en zebrapaden, en laat voetgangers en andere fietsers voor gaan. Wees beleefd en vriendelijk.
- Geniet van het fietsen. Let op de omgeving, de natuur, de geluiden en de geuren. Fietsen is goed voor je gezondheid, je humeur en je zelfvertrouwen. Het is jouw tijd en jouw weg. Fiets in je eigen tempo.
- Neem materiaal mee om een lekke band te plakken maar ook latex wegwerphand-schoenen
Ga naar de inhoud
